Financiële begroting

Balans

EU-lidstaten mogen een EMU-tekort realiseren van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (bbp). In dit maximale tekort mogen, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel hebben.
De begroting van gemeenten wordt opgesteld conform een (gemodificeerd) stelsel van baten en lasten. Het EMU-saldo wordt echter niet berekend op basis van baten en lasten, maar op basis van ontvangsten en uitgaven. Anders dan in het stelsel van baten en lasten drukken investeringsuitgaven en aan- en verkopen in het jaar waarin de transactie wordt gedaan volledig op het EMU-saldo. Er wordt geen rekening gehouden met afschrijvingen, noch met toevoegingen aan reserves en voorzieningen. Deze afwijkende berekening van het EMU-saldo leidt ertoe dat we ondanks een sluitende begroting een EMU-tekort hebben in 2025 .

T-1

T

T+1

T+2

T+3

2024

2025

2026

2027

2028

EMU-SALDO

13.339

-14.039

-25.467

-18.399

-18.484

EMU-SALDO referentiewaarde

Verschil EMU-saldo & referentiewaarde

13.339

-14.039

-25.467

-18.399

-18.484

Mutaties (1 januari tot 31 december)

Activa

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen en leningen

0

0

0

0

0

Uitzettingen

0

0

0

0

0

Vlottende activa

Uitzettingen

-22.235

0

0

0

0

Liquide middelen

31.587

-19.240

-13.784

0

0

Overlopende activa

-14.142

0

0

0

0

Passiva

Vaste Passiva

Vaste schuld

-5.654

-5.201

7.087

16.548

11.505

Vlottende passiva

Vlottende schuld

-4.045

0

4.596

1.851

6.979

Overlopende passiva

-8.430

0

0

0

0

Eventuele boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa

Deze pagina is gebouwd op 10/22/2024 14:29:45 met de export van 10/22/2024 14:19:46